2 Samuel 16:11

SVVoorts zeide David tot Abisai en tot al zijn knechten: Ziet, mijn zoon, die van mijn lijf is voortgekomen, zoekt mijn ziel; hoeveel te meer dan nu deze zoon van Jemini? Laat hem geworden, dat hij vloeke, want de HEERE heeft het hem gezegd.
WLCוַיֹּ֨אמֶר דָּוִ֤ד אֶל־אֲבִישַׁי֙ וְאֶל־כָּל־עֲבָדָ֔יו הִנֵּ֥ה בְנִ֛י אֲשֶׁר־יָצָ֥א מִמֵּעַ֖י מְבַקֵּ֣שׁ אֶת־נַפְשִׁ֑י וְאַ֨ף כִּֽי־עַתָּ֜ה בֶּן־הַיְמִינִ֗י הַנִּ֤חוּ לֹו֙ וִֽיקַלֵּ֔ל כִּ֥י אָֽמַר־לֹ֖ו יְהוָֽה׃
Trans.wayyō’mer dāwiḏ ’el-’ăḇîšay wə’el-kāl-‘ăḇāḏāyw hinnēh ḇənî ’ăšer-yāṣā’ mimmē‘ay məḇaqqēš ’eṯ-nafəšî wə’af kî-‘atâ ben-hayəmînî hanniḥû lwō wîqallēl kî ’āmar-lwō JHWH:

Algemeen

Zie ook: Abisai, David (koning), Jemini, Ziel

Aantekeningen

Voorts zeide David tot Abisai en tot al zijn knechten: Ziet, mijn zoon, die van mijn lijf is voortgekomen, zoekt mijn ziel; hoeveel te meer dan nu deze zoon van Jemini? Laat hem geworden, dat hij vloeke, want de HEERE heeft het hem gezegd.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וַ

-

יֹּ֨אמֶר

Voorts zeide

דָּוִ֤ד

David

אֶל־

tot

אֲבִישַׁי֙

Abísai

וְ

-

אֶל־

en tot

כָּל־

al

עֲבָדָ֔יו

zijn knechten

הִנֵּ֥ה

Ziet

בְנִ֛י

mijn zoon

אֲשֶׁר־

die

יָצָ֥א

is voortgekomen

מִ

-

מֵּעַ֖י

mijn lijf

מְבַקֵּ֣שׁ

zoekt

אֶת־

-

נַפְשִׁ֑י

mijn ziel

וְ

-

אַ֨ף

hoeveel

כִּֽי־

te meer

עַתָּ֜ה

dan nu

בֶּן־

-

הַ

-

יְמִינִ֗י

deze zoon van Jemini

הַנִּ֤חוּ

Laat hem geworden

ל

-

וֹ֙

-

וִֽ

-

יקַלֵּ֔ל

dat hij vloeke

כִּ֥י

want

אָֽמַר־

heeft het hem gezegd

ל֖

-

וֹ

-

יְהוָֽה

de HEERE


Voorts zeide David tot Abisai en tot al zijn knechten: Ziet, mijn zoon, die van mijn lijf is voortgekomen, zoekt mijn ziel; hoeveel te meer dan nu deze zoon van Jemini? Laat hem geworden, dat hij vloeke, want de HEERE heeft het hem gezegd.

____

Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!